Liften naar het CVASC Hanoi & de terugkeer van teacher Lennart

Het is maandagochtend, half vijf. Buiten is het nog donker, maar mijn wekker gaat al. Mijn tas heb ik de vorige avond al helemaal ingepakt, dus na mijn ontbijt ben ik direct klaar om te gaan. Tijdens het ochtengloren kijk en luister ik nog een laatste keer naar de rivier, waarin door de nachtelijke regen van de afgelopen week nogal wat stenen uit het zicht verdwenen zijn. Het geluid van de razende rivier brengt mijn gedachten naar de andere geluiden van Dong Que Homestay waarvan ik ben gaan houden; de eeuwige, variatieloze serie karaokenummers die op bijna elk moment van de dag de dorpsrust verstoort, het luide geblaf van de constant stoeiende honden en bovenal het luide zeehondgekreun van het stomme vrouwtje dat vol emotie op alles om zich heen commentaar levert. Nog één laatste keer werp ik een blik op de rotsen die in het prachtige licht tussen het rijstveld uitsteken, ditmaal in volledige stilte.

Vandaag keer ik terug naar Hanoi om mijn visumaanvraag voor China te doen en om tijdens het wachten zoveel mogelijk Engelse les te geven. Nog dezelfde avond heb ik alvast een date bij Funny English Hanoi, waar ik aan het begin van mijn reis ’s nachts door kakkerlakken, mieren en bedwanzen geterroriseerd werd. In plaats van een busticket heb ik een kartonnen bord gemaakt de tekst xin di noi erop, een vrije vertaling voor ‘liften’. Hoewel Tien mij tijdens het maken van het bord onder het hart drukte dat ik beter de bus kan pakken om ergens te komen, heb ik er alle vertrouwen in dat ik ruim op tijd voor de les liftend in Hanoi aan kan komen.

En inderdaad, nog voordat ik het dorp uit ben om mijn bord omhoog te houden spring ik al achterop bij een jongen op weg naar zijn werk. Ik leg hem uit dat ik naar Hanoi ga, dus zet hij me af bij het busstation en roept: Hanoi! De niksende chauffeurs springen gretig op en roepen de jongen na. Met een grijns houdt ik mijn bord omhoog en loop in richting van de grote weg. Ik hoef niet lang te wachten op een volgende rit; er zijn zoveel mensen op weg naar hun werk, dat ik iedere tien kilometer direct bij de volgende achterop kan gaan zitten. Een zeventienjarige scholier vindt het gesprek met mij een stuk interessanter dan het verkeer. Vol enthousiasme vertelt hij over het Nederlandse voetbal, de Vietnamese keuken en uiteraard zijn excellente schoolprestaties. Het verbaast me dan ook weinig dat hij me op het schoolplein afzet. Het is inmiddels al bijna zeven uur en hij verdwijnt tussen de gigantische hordes Vietnamese tieners in schooluniform die het gebouw inslenteren.

Mijn volgende rit bij twee vrouwen in de auto duurt slechts vijf minuten, maar als ik uitstap krijg ik alsnog een gratis ontbijt in mijn handen geduwd om mee te nemen. Try to find a truck, they go more far, geven ze me als tip mee. Niet veel later stap ik inderdaad in bij een mini-vrachtwagen. Nadat alle spullen opzij geschoven zijn geeft de chauffeur gas en roept: Let’s go, Hanoi City! Een klein uur later mag ik echter alweer uitstappen, want Hanoi blijkt helemaal niet de eindbestemming. Gelukkig kan ik een paar honderd meter verder alweer meerijden met twee mannen in een pickup-truck. De chauffeur moet nog even langs de bank met een stapel papieren, maar na een tijdje wachten rijden we naar Hanoi. Een uur later stapt de oudere man uit en zij we nog maar met zijn tweeën over. Tussen alle gezelligheid door gaan we ook nog samen langs de weg lunchen. Hij is niet zo benieuwd hoe het leven in Nederland is; van zijn Nederlandse collega heeft hij namelijk al vernomen dat wij altijd druk en gehaast zijn, dat ons geld eigenlijk allemaal van de banken is en dat het diepgevrorene voedsel meer slechts dan goeds brengt. Hoe ik zo gemakkelijk goed betaald werk kan vinden in Vietnam interesseert hem veel meer. Om half twee zet hij me midden in Hanoi af en heb ik een uur de tijd om opnieuw in de rol van teacher Lennart te kruipen.

Op het toilet van een koffietentje verwissel ik mijn stoffige backpackerkleding voor een net overhemd en verberg mijn ketting eronder. De onderhandelingen met de motortaxichauffeur die mij naar Yet Khieu Primary School moet brengen worden onderbroken door een oorverdovende donderslag, gevolgd door hevige regen. Op het schoolplein aangekomen staat alles al blank. Na een dagje liften mag ik dan plotseling in doorweekte kleding voor het eerst in mijn leven voor een dertigkoppige basisschoolklas gaan staan, zonder enige voorbereiding. Als de assistent haar liniaal op tafel slaat om iedereen te kalmeren zet ik de absurditeit van het moment uit mijn hoofd en begin: Hello students, my name is Lennart & I am the teacher!

De volgende ochtend gebruik ik om nog een laatste maal alle geprinte documenten door te nemen om mee te nemen naar China Visa Application Service Center, waar ik om elf uur een afspraak heb. Keurig op volgorde gesorteerd bestaat de stapel papieren uit een kopie van mijn afspraakbevestiging, het online aanvraagformulier waar ik zes uur aan gespendeerd heb, een kopie van mijn paspoort, twee pasfoto’s volgens Chinese richtlijnen, een treinticket naar China, een vliegticket het land uit en boekingsbevestigingen van alle accommodaties voor de gehele reis. Aangekomen op de zevende verdieping van het Trang An Complex, een van de lelijkste gebouwen van Hanoi, mag ik op vertoon van mijn visum gelijk door om met een hoogzwangere medewerkster mijn documenten door te nemen. De afspraakbevestiging moet opnieuw geprint worden, evenals de data van drie overnachtingen die niet naadloos in elkaar overlopen. Er is slechts èèn printer voor iedereen; de komende twee uur spendeer ik dan ook voornamelijk wachtend op Vietnamese meiden die toelatingsbevestigingen voor Chinese universiteiten moeten printen. Nadat ik een nummertje heb gekregen moet ik wachten om opgeroepen te worden voor een laatste controle, vingerafdrukken en de betaling. Helaas moet ik eerst alles – behalve mijn vlucht – opnieuw boeken, want mijn middelste naam zoals die op mijn paspoort is aangegeven, mist. Sommige boekingsdata kloppen nog steeds niet en het ergste van allemaal: ik mag plotseling een gedetailleerd reisplan opstellen, waarin ik dertig keer opnieuw aangeef wat ik per dag ga bezoeken, met het gedetailleerde adres en telefoonnummer van mijn hotel erbij geschreven.

Pas uren en flink wat dure printblaadjes verder ben ik weer gereed om naar dezelfde balie terug te keren. Nadat alles klopt wil ik niets liever dan mijn vingerafdrukken achterlaten en betalen. Tot mijn verbazing blijken vingerafdrukken van 5 augustus 2023 tot 15 december 2023 geen vereiste te zijn voor een toeristenvisum. Oké dan. Mijn afspraak van een halfuur is veranderd in een zevenurige afspraak en mijn lijf tintelt van top tot teen van de stress. ‘Oktober is een feestdag in China’, dus pas op 5 oktober kan ik mijn paspoort en visum komen ophalen. Compleet verslagen loop ik om 17:30 het gebouw uit, de regen in.  

Hitchhiking to the CVASC Hanoi & the return of teacher Lennart (AI)

It’s Monday morning, half past four. Outside, it’s still dark, but my alarm has already gone off. I packed my bag the previous evening, so after breakfast, I’m ready to go. During the dawn, I take one last look and listen to the river, in which, due to the night rain of the past week, many stones have disappeared from view. The sound of the rushing river brings my thoughts to other sounds of Dong Que Homestay that I’ve grown to love: the eternal, monotonous series of karaoke songs that disrupt the village’s peace at almost any time of day, the loud barking of the constantly playing dogs, and, above all, the loud seal-like moaning of the mute woman who comments emotionally on everything around her. One last time, I glance at the rocks protruding from the rice field in the beautiful light, this time in complete silence.

Today, I return to Hanoi to process my visa application for China and to teach as much English as possible while waiting. That same evening, I have a date at Funny English Hanoi, where, at the beginning of my journey, I was terrorized by cockroaches, ants, and bedbugs at night. Instead of a bus ticket, I’ve made a cardboard sign with the text “xin di noi” on it, a free translation for ‘hitchhiking’. Although Tien pressed on my heart during the making of the sign that I’d be better off taking the bus to get somewhere, I have full confidence that I can arrive in Hanoi well before the lesson starts by hitchhiking.

Indeed, even before I leave the village to hold up my sign, I’m already hopping on the back of a guy on his way to work. I explain that I’m going to Hanoi, so he drops me off at the bus station and shouts, “Hanoi!” The nodding drivers eagerly approach, calling after the guy. With a grin, I hold up my sign and walk towards the main road. I don’t have to wait long for the next ride; there are so many people on their way to work that every ten kilometers, I can immediately hop on the next one. A seventeen-year-old student finds the conversation with me much more interesting than the traffic. Enthusiastically, he talks about Dutch football, Vietnamese cuisine, and, of course, his excellent school performance. It doesn’t surprise me that he drops me off at the school playground. It’s almost seven o’clock, and he disappears among the gigantic hordes of Vietnamese teenagers in school uniforms entering the building.

My next ride with two women in the car lasts only five minutes, but as I get out, I’m handed a free breakfast to take with me. “Try to find a truck; they go farther,” they advise me. Not much later, indeed, I get in a mini-truck. After pushing all the stuff aside, the driver accelerates and shouts, “Let’s go, Hanoi City!” However, just under an hour later, I have to get off again because Hanoi is not the final destination. Fortunately, I can catch another ride a few hundred meters away with two men in a pickup truck. The driver needs to stop by the bank with a stack of papers, but after waiting for a while, we drive to Hanoi. An hour later, the older man gets off, and we’re down to just the two of us. Amid all the camaraderie, we also have lunch by the roadside. He’s not so interested in what life is like in the Netherlands; he has already learned from his Dutch colleague that we are always busy and rushed, that our money is all from the banks, and that frozen food brings more harm than good. What interests him more is how I can easily find well-paid work in Vietnam. At half-past one, he drops me off in the middle of Hanoi, and I have an hour to once again become Teacher Lennart.

In the toilet of a coffee shop, I change my dusty backpacker clothes for a neat shirt and hide my necklace underneath. The negotiations with the motorbike taxi driver who has to take me to Yet Khieu Primary School are interrupted by a deafening clap of thunder, followed by heavy rain. Arriving on the schoolyard, everything is already flooded. After a day of hitchhiking, I suddenly find myself standing in front of a thirty-strong elementary school class in soaked clothes, for the first time in my life, without any preparation. When the assistant slams her ruler on the table to calm everyone down, I push the absurdity of the moment out of my mind and begin: “Hello students, my name is Lennart, and I am the teacher!”

The next morning, I use it to go through all the printed documents one last time to take to the China Visa Application Service Center, where I have an appointment at eleven. Neatly sorted in order, the stack of papers consists of a copy of my appointment confirmation, the online application form I spent six hours on, a copy of my passport, two passport photos according to Chinese guidelines, a train ticket to China, a flight ticket out of the country, and booking confirmations for all accommodations for the entire trip. Arriving on the seventh floor of the Trang An Complex, one of the ugliest buildings in Hanoi, I can immediately proceed upon showing my visa to review my documents with a heavily pregnant staff member. The appointment confirmation needs to be reprinted, as well as the dates of three overnight stays that do not seamlessly connect. There is only one printer for everyone; for the next two hours, I mostly wait for Vietnamese girls who need to print admission confirmations for Chinese universities. After getting a number, I have to wait to be called for a final check, fingerprints, and payment. Unfortunately, I have to rebook everything – except my flight – because my middle name as indicated on my passport is missing. Some booking dates still don’t match, and worst of all: I suddenly have to create a detailed travel plan, indicating thirty times what I will visit each day, with the detailed address and phone number of my hotel.

Hours and quite a few expensive printouts later, I’m ready to return to the same counter. Once everything is correct, I want nothing more than to leave my fingerprints and pay. To my surprise, fingerprints from August 5, 2023, to December 15, 2023, are not required for a tourist visa. Okay then. My half-hour appointment has turned into a seven-hour appointment, and my body tingles from head to toe with stress. “October is a holiday in China,” so I can only pick up my passport and visa on October 5th. Completely defeated, I walk out of the building at 5:30 PM, into the rain.

1 gedachte over “Liften naar het CVASC Hanoi & de terugkeer van teacher Lennart”

  1. Dit is weer boeiend geschreven Lennart. Ik zie het helemaal voor me, de reis en dat zinloze gedoe met de visum aanvraag. Heb nu al weer zin in je volgende blog. Yoga taferelen?

Geef een reactie