Op maandagochtend is het hoog tijd om het koninkrijk der bedwansen achter me te laten en nieuwe paden te verkennen. Een dag eerder had ik mijn telefoon, waar water in terecht gekomen was, voor 200000 Vietnamese dong laten drogen op een speciaal daarvoor gemaakt apparaat. Helaas speelde het probleem diezelfde avond opnieuw op, terwijl het niet meer geregend had. De hele avond had ik in bed, met mijn telefoon niet in de oplader, lopen piekeren of het dan door het vele zweten was gekomen. Na mijn kom pho en kop koffie ga ik terug naar hetzelfde winkeltje. Zonder een woord engels te kunnen begint het mannetje mijn samsung open te breken en aan van alles te sleutelen en te doen, een schouwspel dat ik uiterst zenuwachtig zit te bekijken.
Na een halfuur op het puntje van mijn stoel zitten, is het probleem dan echt opgelost en dat ook nog eens helemaal gratis. Een telefoonhuls voor tijdens de regen die ik om mijn nek kan doen krijg ik er ook nog eens gratis en voor niets bij. Ik bedank hem zo hartelijk mogelijk en roep: ‘Best in Vietnam!’. Hoewel ik ook lange afstanden liever loop, vond ik 15km naar het busstation wel erg veel, dus ik onderhandel met een motortaximannetje die op zijn brommer ligt te relaxen voor een goede prijs om naar de bus te komen. Anders dan in Iran dragen mensen in Vietnam een helm in de verkeerschaos, dus we zetten er beiden een op en hij scheurt 25 minuten met mij achterop door de ochtendspits van Hanoi.
De vorige avond had ik via Worldpackers, een platform voor vrijwilligerswerk, een ‘vacature’ gevonden als engelsdocent bij Big Hero English School in Hai Phong, een havenstad niet ver van Hanoi. Hoewel ik nog geen reactie had ontvangen en ook geen idee heb wat er daar verder te doen is, stap ik toch maar de bus in. Naast me zit een oude man met een gigantisch litteken in zijn onderarm, een blousje met een pakje sigaretten in het borstzakje en een helm van het Noord-Vietnamese leger.
Op het busstation krijg ik gelijk een zwerm mannen om me heen die me een rit naar het centrum aan willen bieden. Ik weiger twintig keer achter elkaar en loop dwars door de middaghitte naar de school toe, zon vijftig minuten lopen verderop. Daar aangekomen vertel ik heel vriendelijk dat ik had gesolliciteerd, maar dat ik maar had besloten om gewoon binnen te lopen. Helaas waren er de komende twee dagen genoeg vrijwilligers. Na een tijdje daar nadenken hoe nu verder, vraag ik aan Andy, die naast de school ook motorfietsen verhuurt en een homestay runt, of hij mij motorfiets kan leren rijden.
Dat is uiteraard geen probleem en na een uurtje door de rustige straat rijden ben ik klaar om het verkeer in te gaan. We spreken af dat ik een dag of vier-vijf rond ga rijden en bij terugkomst engels kan komen geven. Voordat we de overeenkomst hebben afgemaakt, ga ik met de motor nog op zoek naar de VietComBank om geld te wisselen en om een simkaart te regelen, zodat ik later niet zomaar verdwaal. Geld wisselen gaat hier gepaard met nogal wat papierwerk, dus tot mijn verbazing was ik bijna twee uur weg.
Toen ik eindelijk klaar was om weer terug te rijden, rijden er ineens twee Vietnamese tienerjongens op me af, blokkeren mijn weg en gebaren iets over papieren. Omdat ik niet van plan ben geld te betalen omdat ik geen rijbewijs heb, doe ik alsof ik geen engels kan en rijd verder. De hele weg lang blijven ze mee steeds opnieuw in de weg zitten. Wanneer ik uiteindelijk ‘Get the fuck away from me’, krijg ik een nogal knullig hoofdgebaar naar mijn hoofdgebaar geslingerd. Ze volgen me tot aan het schooltje en daar komt de aap uit de mouw. Andy was bezorgd omdat ik zo lang weg was en twee jongens die bij het verhuur helpen gestuurd om me te zoeken. In het Vietnamees was mij dat echter totaal niet duidelijk. We lachen en geven elkaar een boks. Terwijl ik deelneem aan de avondspits van Hai Phong gaat er van alles door me heen. Het rijden gaat goed, ik ga niet te hard en blijf aan de zijkant. In mijn hoofd speelt zich een dialoog af tussen mijn diepe verlangen om mijn omgeving vanaf een snel rijdend voertuig waar te nemen en mijn bewustzijn van het significante gevaar waar ik mij vrijwillig in begeef. Dat alles met overal motoren, auto’s, busjes en mensen met de gekste goederen achterop om me heen, met 40 km per uur. Dat is nou eens leven. Na een minuut of twintig kom ik aan bij het backpackers hostel haiphong.
Ik deel mijn kamer met een vriendelijke Russische man van mijn leeftijd die de mobilisatie is ontvlucht. Hij vertelt me over de arbeidsmogelijkheden voor westerlingen in Azië. Via Zulo Messenger kon hij voor 25 dollar per uur engelse les geven. Ook vertelde hij over hoe gemakkelijk het is om als model aan de slag te gaan, zelfs als je lelijk bent. Een westerse identiteit schijnt genoeg te zijn om hier alles te kunnen doen. Even later loop ik de stad in voor wat eten, waar ik verstrengeld raak in een groep Vietnamezen en een dronken Zuid-Afrikaan die al 5 jaar in Vietnam woont. Ik bestel wat te eten, maar ik krijg gelijk een fles Haiphong-lager in mijn hand geduwd. Ik moet natuurlijk uit alle bakjes met eten wat proeven. Wanneer ik een stuk varkensorgaan met heel veel bloed krijg, neem ik die gretig aan. Het smaakt afgrijselijk, maar nadat ik het doorslik en er overduidelijk niet van geniet, roep ik opgewekt: ‘Thank you very much!’ Iedereen begint luidkeels te lachen en ineens rijdt er een goederentrein dwars door de straat heen.
Een uur later loop ik voldaan terug naar het hostel, waar ik natuurlijk ook nog een avondje met een prostituee aangeboden krijg. Ik bedank vriendelijk en duik mijn bed in.
A new horizon in Haiphong City (AI)
On Monday morning, it’s high time to leave the kingdom of bed bugs behind and explore new paths. The day before, I had my phone, which had gotten wet, dried on a specially designed device for 200,000 Vietnamese dong. Unfortunately, the problem recurred the same evening, even though it hadn’t rained. The whole night, without my phone on the charger, I pondered whether it was due to excessive sweating. After having a bowl of pho and a cup of coffee, I return to the same shop. Without speaking a word of English, the man starts dismantling my Samsung and tinkering with various components, a spectacle that I nervously watch.
After half an hour on the edge of my seat, the problem is truly solved, and all of this is done completely free of charge. As a bonus, they give me a rainproof phone case that I can hang around my neck. I thank him as sincerely as possible and exclaim, ‘Best in Vietnam!’ Although I prefer walking long distances, I found 15 km to the bus station a bit much, so I negotiate with a motorbike taxi guy, who’s relaxing on his scooter, for a good price to get to the bus. Unlike in Iran, people in Vietnam wear helmets in traffic chaos, so we both put one on, and he speeds through the Hanoi morning rush with me on the back.
The previous evening, I found a ‘job’ as an English teacher at Big Hero English School in Hai Phong, a port city not far from Hanoi, through Worldpackers, a volunteer work platform. Although I hadn’t received a response and had no idea what else there is to do there, I decide to take the bus. An old man with a huge scar on his forearm, a shirt with a pack of cigarettes in the breast pocket, and a helmet from the North Vietnamese army sits next to me.
At the bus station, a swarm of men immediately surrounds me, offering me a ride to the center. I refuse twenty times in a row and walk straight through the midday heat to the school, about fifty minutes away. Upon arrival, I explain very kindly that I had applied but decided to walk in. Unfortunately, there were enough volunteers for the next two days. After thinking about what to do next for a while, I ask Andy, who not only runs the school but also rents out motorcycles and runs a homestay, if he can teach me how to ride a motorcycle.
That’s, of course, not a problem, and after an hour of riding through the quiet street, I’m ready to hit the traffic. We agree that I’ll go on a tour for four or five days and return to teach English. Before finalizing the agreement, I go with the motorcycle to find Vietcombank to exchange money and get a SIM card, so I won’t get lost later. Money exchange here involves a lot of paperwork, so to my surprise, I was away for almost two hours.
When I was finally ready to ride back, suddenly two Vietnamese teenage boys come towards me, block my way, and gesture something about papers. Since I have no intention of paying money because I don’t have a driver’s license, I pretend not to speak English and ride on. The whole way, they keep getting in my way repeatedly. When I finally say, ‘Get the fuck away from me,’ I receive a rather clumsy gesture towards my head gesture. They follow me to the school, and that’s where the cat comes out of the bag. Andy was worried because I was away for so long, and he sent two boys who help with rentals to look for me. However, that was entirely unclear to me in Vietnamese. We laugh and give each other a fist bump. While participating in the Hai Phong evening rush, a lot goes through my mind. The riding goes well, I don’t go too fast, and I stay on the side. In my head, a dialogue unfolds between my deep desire to perceive my surroundings from a fast-moving vehicle and my awareness of the significant danger I voluntarily expose myself to. All this with motorcycles, cars, vans, and people with the weirdest goods on the back, going 40 km per hour. That’s living. After about twenty minutes, I arrive at the Haiphong Backpackers Hostel.
I share my room with a friendly Russian man my age who fled the mobilization. He tells me about job opportunities for Westerners in Asia. Through Zulo Messenger, he could teach English for $25 per hour. He also talked about how easy it is to work as a model, even if you’re ugly. A Western identity seems to be enough to do anything here. Later, I walk into the city for some food, where I get entangled with a group of Vietnamese people and a drunk South African who has lived in Vietnam for 5 years. I order some food, but I immediately get a bottle of Haiphong beer handed to me. Naturally, I have to taste a bit from all the dishes. When I get a piece of pig organ with a lot of blood, I eagerly accept it. It tastes awful, but after swallowing it and clearly not enjoying it, I cheerfully exclaim, ‘Thank you very much!’ Everyone starts laughing loudly, and suddenly, a freight train runs through the street.
An hour later, satisfied, I walk back to the hostel, where, of course, I am also offered an evening with a prostitute. I politely decline and dive into bed.
🤣grappig weer om te lezen. Heb het goed🙏
WOW, wat een verhaal! Ontzettend leuk om te lezen! Veel plezier daar en succcess met ALLES 🙂