Gezellig weekendje weg in Vietnam

Het is zondag en dat betekent een vrije dag. Uitgerekend vandaag heeft de zon besloten om weer eens door te komen, maar de luchtvochtigheid blijft natuurlijk onverminderd hoog. Ik heb zin om de stad weer eens uit te gaan, dus ik huur een scooter om naar het nabijgelegen Cát Bà Island te rijden. Dit eiland is de grootste van de groep kalksteenrotsen die in Ha Long Bay uit het water steekt, dus het is er ongetwijfeld prachtig. Om die reden heb ik een voorgevoel dat ik me er nogal in het nauw gedreven zal voelen door de toeristische faciliteiten op het eiland. Terwijl ik die gedachte op de scooter uit mijn hoofd probeer te zetten, raak ik verdwaald op een industriegebied aan de rand van de stad. Na driekwartier rondjes rijden in dit landschap dat me erg vertrouwd is, raas ik over een lange brug naar het kleinere eiland van waar de pond naar Cát Bà vertrekt. Tijdens het wachten grijp ik mijn kans om mijn vervellende onderarmen nog een keer in te smeren. Aan de overkant eet ik een kom pho die maar liefst 70000 VND bleek te kosten, een ongekend hoge prijs.

Ik besluit niet eerst naar het toeristengebied te rijden om een accommodatie te zoeken en pak een kleinere weg naar het midden van het eiland. Op een rustig tempo tjok ik over de lege weg tussen de bergen door. Geiten lopen vrij over de weg en als ik de motor uitzet, is het op het gekrijs van miljoenen insecten na volkomen stil. Het valt me al snel op hoe ongelofelijk veel vlinders er rondvliegen. Langs de weg zie ik een groep kinderen die in het oerwoud in een beekje aan het zwemmen zijn. Even verderop gebaart een vrouw dat ik op haar terras moet komen zitten. Ze heeft koffie dus ik besluit te luisteren. Mijn helm krijg ik niet los en de vrouw gebaart nadat haar pogingen ook falen dat ik het beste mijn baard kan afknippen, ook al zit die geenzins in de weg. Haar zoon krijgt hem uiteindelijk met veel geweld los. Terwijl ik geniet van mijn koude koffie, komt er plotseling een enorme hoeveelheid kabaal uit het nabijgelegen buurthuis. Geen feestende westerlingen zoals ik eerst dacht, maar een groep schoolkinderen die onder een standbeeld van Ho Chi Minh een een of ander muzikaal optreden geeft. In een baai een stukje verder ligt een klein gebedshuis dat via een pad over het water bereikbaar is. Bij iedere stap die ik zet, springt een gigantische hoeveelheid kleine beestjes snel het water in. Af en toe hoor ik een groep toeristen joelend door het landschap razen, daarna ben ik weer alleen met alle insecten en vlinders. In het nabijgelegen nationale park kun je een korte hike van ongeveer veertig minuten maken naar een uitzichtspunt. In 90% luchtvochtigheid niet zo makkelijk als het lijkt. Eenmaal boven aangekomen ben ik helemaal nat van het zweet. Ik veeg mijn bril enigzins schoon om van het prachtige uitzicht te genieten. Na een minuut of twintig blijf ik alleen achter en neem ik nog even de tijd om muziek te luisteren. Van de zonsondergang genieten zit er echter niet in, want om 18:00 moet ik het park helaas uit zijn.

Ik haast me naar beneden om naar de stad te rijden en een hostel te zoeken. Voor slechts 130000 VND (ongeveer 5 euro) kan ik in de slaapzaal van het Secret Garden Hostel terecht. Het personeel is uitstekend getraind om van mij een tevreden klant te maken; tijdens de volle duur van mijn verblijf kan ik samen met digital nomads lekker pingpong spelen, in de ‘pool’ relaxen of mijn instagram-profiel delen in een van de hippe zitzakken. Allemaal hartstikke mooi meegenomen natuurlijk.

Ondanks de vele toeristentreintjes en Vietnamezen in gele berenpakken die me op straat proberen te vermaken blijft het eiland natuurlijk prachtig. Daarbij was de sfeer in de stad een uitstekende aanleiding om me in de slaapzaal terug te trekken en alvast informatie te zoeken over het verkrijgen van een visum voor China…

Weekend getaway in Vietnam (AI)

It’s Sunday, which means a day off. Today, the sun has decided to make an appearance, although the humidity remains high, as usual. Eager to leave the city, I rent a scooter to head to the nearby Cát Bà Island. This island is the largest among the limestone formations rising from the waters of Ha Long Bay, so it’s undoubtedly beautiful. I have a feeling that I might feel somewhat cornered by the tourist facilities on the island. As I try to shake off this thought while riding the scooter, I get lost in an industrial area on the outskirts of the city. After circling for three-quarters of an hour in this familiar landscape, I zoom over a long bridge to the smaller island from where the ferry to Cát Bà departs. While waiting, I seize the opportunity to reapply sunscreen to my peeling forearms. On the other side, I eat a bowl of pho that turns out to cost a whopping 70,000 VND, an unprecedented high price.

I decide not to first head to the tourist area to look for accommodation and take a smaller road to the center of the island. At a leisurely pace, I travel along the empty road between the mountains. Goats roam freely on the road, and when I turn off the engine, it’s perfectly silent except for the cries of millions of insects. I soon notice the incredible number of butterflies flying around. Along the road, I see a group of children swimming in a stream in the jungle. A woman gestures for me to sit on her terrace; she has coffee, so I decide to oblige. I can’t get my helmet off, and after her attempts also fail, the woman gestures that I should cut off my beard, even though it’s not in the way. Eventually, her son manages to get it off with great force. While enjoying my cold coffee, a sudden loud noise comes from the nearby community center. Not partying Westerners, as I initially thought, but a group of schoolchildren giving some kind of musical performance under a statue of Ho Chi Minh. In a bay a bit further, there is a small shrine accessible via a path over the water. With every step I take, a massive number of small creatures quickly jump into the water. Occasionally, I hear a group of tourists racing through the landscape, then I am alone again with all the insects and butterflies. In the nearby national park, you can take a short hike of about forty minutes to a viewpoint. Not as easy as it sounds in 90% humidity. Once I reach the top, I am completely soaked in sweat. I wipe my glasses somewhat clean to enjoy the beautiful view. After about twenty minutes, I am left alone, and I take some time to listen to music. Unfortunately, I can’t enjoy the sunset as I have to leave the park by 6:00 PM.

I hurry down to the city to find a hostel. For only 130,000 VND (about 5 euros), I can stay in the dormitory of the Secret Garden Hostel. The staff is excellently trained to make me a satisfied customer; during my entire stay, I can play ping pong with digital nomads, relax in the ‘pool,’ or share my Instagram profile in one of the trendy bean bags. All very nice, of course.

Despite the many tourist trains and Vietnamese people in yellow bear costumes trying to entertain me on the street, the island remains beautiful. Moreover, the atmosphere in the city was an excellent reason to retreat to the dormitory and start gathering information about obtaining a visa for China…

Geef een reactie